Psalm 121

[up]

Genève 1551, originele tekst: Th. de Bèze, melodie L. Bourgeois.
Eigenaardigheid: geen rust tussen regel 2/3 en 5/6 - grote 'ambitus' [voor verklaring, zie onder]
Voor meer theologisch/exegetische achtergrond: zie https://dick.wursten.be/psalm121.htm

Melodie

Toelichting

Zoals bekend, is het Geneefse psalter in etappes ontstaan tussen 1539 en 1562. Een belangrijke stap werd gezet in 1551 toen Octantetrois pseaumes de David, mis en rimes françoise in Genève gedrukt werd, geredigeerd door Loys Bourgeois (professioneel musicus en cantor te Genève). Hierin stonden – naast de reeds bestaande 49 psalmberijmingen van Clément Marot (1496-1544) – 34 nieuwe psalmberijmingen van Théodore de Bèze (1519-1605). Een daarvan was Psalm 121: Vers les monts j’ay levé mes yeux. Bourgeois is verantwoordelijk voor de melodie. In de bundel van 1551 stond de melodie als volgt afgedrukt (U ziet dat ook de Latijnse titel van de Psalm nog gekend is als referentie in het Genève van Calvijn). In het cursief staat boven de Psalm de samenvatting ("Argument'). Ook wordt de auteur met afkorting aangeduid (Th. Bes - Théodore de Bèze ; ook gespeld als Besze).

Tekstschildering

Een opvallend aspect van deze melodie is de relatief grote ambitus (toonomvang): van c’ tot d” in onze notatie. De plaats waar de melodie haar hoogte- en dieptepunt bereikt, is beslist niet toevallig. Daarvoor hoef je enkel de oorspronkelijk Franse tekst van Théodore de Bèze bij de noten te plaatsen. Het hoogtepunt bij de woorden ‘en haut’  (‘naar boven’, de hemel, regel 2) en het dieptepunt bij ‘terre ronde’ ('het aardrond' , regel 5 - in de berijming van 1773: die hemel schiep en aarde). U ziet dit universum voor u als u de melodie afdrukt rekening houdend met de rusten (die ontbreken tussen 2/3 en 5/6). Een simpel voorbeeld van tekstschildering, die - logisch - enkel voor het eerste couplet zinvol is. De kunst was natuurlijk om dit zo natuurlijk te doen, dat het de melodie zelf niet schaadt. Gelukt, zou ik zeggen. Als u zin hebt moet u dan ook nog eens luisteren naar J.Pzn. Sweelinck met deze psalm doet, op precies die momenten (uitvoering: Gesualdo consort, o.l.v. Harry van der Kamp)

Sweelinck

Tekst (Vertaling Willem Barnard, voor de Nieuwe Psalmberijming zoals die opgenomen is in het Liedboek voor de kerken). Barnard brengt hulde aan de Oude Berijming in het zeer geliefde laatste couplet (zegenbede), waarvan hij de eerste regel overneemt: De Heer zal u steeds gadeslaan. Continuïteit in een zangtraditie.

Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan,
waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen.
Mijn herder zal niet slapen.

Uw wank'le voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet:
uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen,
Israël wachter wezen.

De Heer brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht
houdt Hij voor u de wacht.
uw schaduw aan uw rechterhand;
de zon zal U niet schaden,
de maan doet niets ten kwade.

De Heer zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed,
Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren,
in eeuwigheid bewaren.

[psalm 121, berijming Willem Barnard]